Turn yawns into roars:
hoe motiverend leidinggeven

Bij NXT geloven wij dat elke persoon van nature gemotiveerd is om het beste van zichzelf te geven en zich verder te ontwikkelen. De vraag is dan: hoe kan u als leidinggevende ervoor zorgen dat die natuurlijke drive zich ook effectief ontplooit bij uw team? Hoe buigt u een geeuw om in een brul?

NXT coacht op basis van inzichten uit de zelfdeterminatietheorie (Deci & Ryan) uit de motivatiepsychologie. Met 40 jaar wetenschappelijk onderzoek en duizenden studies wereldwijd is deze theorie het leidende referentiekader om naar de motivatie, betrokkenheid en het welzijn van mensen te kijken.

Bovendien is het model praktisch inzetbaar vanwege haar eenvoud en generiek karakter. De principes kunnen worden toegepast op zowel het niveau van het individu, het team als de organisatie.

Instead of asking, ‘How can I motivate people?’ we should be asking, ‘How can I create the conditions in which people will motivate themselves?

De zelfdeterminatietheorie gaat ervan uit dat het niveau van iemands motivatie samenhangt met de mate waarin die persoon zelf bewust beslist (determineert) om iets al dan niet te doen. Vindt een medewerker de opdracht zelf leerrijk en interessant, is ze voldoende uitdagend, sluit ze aan bij de eigen vaardigheden en kwaliteiten… dan is men vanuit zichzelf gedreven om de opdracht uit te voeren (autonome motivatie). Is de opdracht te moeilijk, niet interessant, krijgt men onvoldoende ondersteuning, ziet men het nut er niet van in… dan ziet men de opdracht puur als iets dat van buitenaf wordt opgelegd en nu eenmaal moet gebeuren (gecontroleerde motivatie).

Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat meer autonome motivatie tot betere resultaten leidt: meer werktevredenheid, verhoogde productiviteit, meer betrokkenheid, verhoogde veranderingsbereidheid…

Het interessante is dat gecontroleerde motivatie kan evolueren naar autonome motivatie, mits het scheppen van de juiste voorwaarden. Met andere woorden, een medewerker kan vanuit zichzelf gemotiveerd geraken voor opdrachten waar hij/zij initieel tegenop zag.

De leidinggevende kan dit proces in gang zetten en positief beïnvloeden. Om tot autonome motivatie te komen, moet er bij de medewerker aan drie universele psychologische basisnoden voldaan worden: Autonomie, verBondenheid en Competentie. Als de leidinggevende deze ABC-behoeften ondersteunt, zorgt dit voor een hogere autonome motivatie bij medewerkers.

Voorbeelden:

  • Autonomie-ondersteunend: door keuzemogelijkheden aan te bieden, door de taakinhoud af te stemmen op persoonlijke interesses, door te delegeren, door het belang van de opdracht te kaderen, door empathie en respect te tonen, …
  • VerBondenheid-ondersteunend: door oprecht interesse te tonen, door steun te bieden wanneer nodig, door het gemeenschappelijk doel te promoten, door aandacht te hebben voor de teamsfeer, …
  • Competentie-ondersteunend: door het geven van positieve prestatiefeedback, door het stimuleren van persoonlijke ontwikkeling, door het bieden van de nodige structuur, door het stellen van duidelijke verwachtingen en uitdagende (maar haalbare) doelstelling, …

Conclusie: motiverend leidinggeven houdt in dat medewerkers ondersteund worden op de ABC-behoeften.

OORZAKEN

o.a. werkcontext, leiding, communicatie, persoonlijkheid, competenties…

ABC-BEHOEFTEN

Autonomie, verbondenheid
en competentie

MOTIVATIE

Meer autonome motivatie
Minder gecontroleerde motivatie

RESULTATEN

o.a. meer jobtevredenheid, betrokkenheid, productiviteit, flexibiliteit, creativiteit,
betere prestaties…

Benieuwd hoe u in uw organisatie motiverend leiderschap in de praktijk kan brengen?

Contacteer ons voor een kennismaking

Contactformulier

Contacteer ons